De dertig jaren experimenteren hebben uitgewezen, dat de ideale bloedpercentages voor goede Arabo-Friezen slechts 9-19% Arabisch en/of ander erkend bloed moeten bedragen en voor de rest hoofdzakelijk Fries bloed. Een dekhengst kan natuurlijk meer vreemd bloed hebben, hij is tenslotte vaak de veredelaar op de basis populatie merries met lager of geen vreemd bloed!
Het hoofdboek schrijft dan ook voor binnen welke bloedbegrenzingen de ingeschreven Arabo-Friezen dienen te blijven. Dit geldt voor zowel het Arabisch bloed % (een minimaal % Arabier dient er altijd in aanwezig te zijn!). Het percentage ander aanverwant bloed is ook nauwkeurig begrensd en het percentage Fries bloed moet altijd meer dan de helft zijn. Alleen de op de juiste manier dóórgefokte Arabo-Friezen kunnen de basis vormen van de fokkerij. Gewone kruisings producten komen in een bijboek.
De 9-19% Arabo-Friezen zullen uitstekende gebruikspaarden zijn die alle goede kenmerken van beide rassen optimaal verankerd hebben:
Bij de selectie van Arabo-Friezen wordt niet alleen gekeken naar keuringsresultaten en veterinaire correctheid maar juist ook naar genetisch potentieel voor de sport.
De beste fokpaarden dienen zich dan ook te bewijzen in de sport zelf, een verrichtingsonderzoek kan eventueel ook enige informatie over aanleg geven, maar de prestaties in de sport zelf predomineren in de selectie.
De fokkerij wordt bijgestuurd door deklimieten voor de mindere paarden en sportcertificaten voor de beste rasvertegenwoordigers.